De Ziektewet-uitkering

Ziek bij je laatste werkgever

Als je tijdens je werk ziek bent geworden, is de werkgever in het algemeen verplicht het loon gedurende een bepaalde tijd door te betalen.

Als het arbeidscontract tijdens je ziekte afloopt, heb je aansluitend recht op een Ziektewet-uitkering van het UWV. Deze uitkering volgt dan dus de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever op. Maar ook als je binnen vier weken na afloop van het arbeidscontract alsnog ziek wordt heb je alsnog recht op deze uitkering.

Ziek geworden terwijl je een Werkloosheidsuitkering ontvangt

Wanneer je na afloop van het arbeidscontract een Werkloosheidsuitkering van het UWV ontvangt, en je tijdens deze uitkering ziek wordt, heb je ook recht op een Ziektewet-uitkering. Dit geldt zelfs als je na afloop van het arbeidscontract nog geen Werkloosheidsuitkering ontvangt, maar deze uitkering al wel bij het UWV hebt aangevraagd, en je dan al ziek wordt.

Ook nu geldt dat als je binnen vier weken na afloop van een Werkloosheidsuitkering alsnog ziek wordt zonder dat je inmiddels weer werk hebt, dat je dan toch nog recht hebt op een Ziektewet-uitkering.

Ziek geworden als uitzendkracht

Ben je uitzendkracht terwijl je ziek wordt, dan zijn er twee situaties mogelijk. Als er in het arbeidscontract een uitzendbeding staat, eindigt dit arbeidscontract. Je hebt dan recht op een Ziektewet-uitkering. Als er in het arbeidscontract geen uitzendbeding staat, dan moet het uitzendbureau je loon gedurende een bepaalde periode doorbetalen. In dat geval heb je dus recht geen recht op een Ziektewet-uitkering.

Ziek geworden terwijl je al een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt

Ook wanneer je een arbeidsongeschiktheidsuitkering van het UWV ontvangt, bestaat er bij een ‘nieuwe ziekte’ recht op een Ziektewet-uitkering. Deze uitkering wordt dan verrekend met de arbeidsongeschiktheidsuitkering.

Andere situaties waarin recht bestaat op een Ziektewet-uitkering

Behalve in de hiervoor genoemde situaties zijn er nog meer gevallen waarbij je recht kunt hebben op een Ziektewet-uitkering. Bij twijfel kun je hier het beste met het UWV zelf contact over opnemen.

De hoogte van de Ziektewet-uitkering

De hoogte van de bruto Ziektewet-uitkering is meestal 70% van je dagloon. Dit dagloon is ongeveer gelijk aan het brutoloon dat je in het jaar voordat je ziek werd gemiddeld per dag verdiende. Wel heeft de wet een maximum bedrag aan dit dagloon gesteld, dat ieder half jaar wordt aangepast. Per 1 juli 2022 bedraagt dit maximumdagloon € 232,90.

Maximaal twee jaar Ziektewet-uitkering

De Ziektewet-uitkering duurt maximaal twee jaar, ook al ben je dan nog steeds ziek. Onder bepaalde voorwaarden kun je aansluitend recht hebben op een WIA-uitkering, zie verder het artikel over de WIA-uitkering.

De termijn van twee jaar begint te lopen vanaf de eerste dag waarop je vanwege ziekte je werk niet meer kunt doen, waarbij het niet uitmaakt of je op dat moment wel of geen arbeidscontract had. Deze termijn stopt in principe wanneer je weer hersteld bent. Als je daarna opnieuw ziek wordt, begint er een nieuwe termijn van twee jaar te lopen. Tenzij de onderbreking van de ziekte korter duurde dan vier weken, in dat geval loopt deze termijn van twee jaar na afloop van deze onderbreking gewoon verder door. Behalve als het om een nieuwe ziekteoorzaak gaat, ook dan begint er weer een nieuwe termijn van twee jaar te lopen.

Bij zwangerschap en bevalling geldt een aparte regel. De periode van ziekte voorafgaand aan de periode waarop je recht hebt op een uitkering wegens zwangerschap en bevalling loopt na afloop van die periode gewoon door, dus ondanks het feit dat deze periode van onderbreking uiteraard langer is dan vier weken. Ook nu geldt hier de uitzondering dat als het na afloop van deze periode van onderbreking om een nieuwe ziekteoorzaak gaat, dat er dan toch weer een nieuwe termijn van twee jaar begint te lopen.

Beëindiging Ziektewet-uitkering

Zodra je weer hersteld bent eindigt je Ziektewet-uitkering. Maar als de maximale duur van twee jaar er op zit eindigt je uitkering dus ook, zelfs als je dan dus nog steeds ziek bent.

Maar ook als je nog niet hersteld bent kan het UWV toch je uitkering beëindigen, als uit een speciale arbeidsongeschiktheidskeuring blijkt dat je voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Dit heet de Eerstejaars Ziektewet-beoordeling. Het UWV mag zo’n speciale keuring echter niet eerder laten uitvoeren dan nadat je er al een jaar Ziektewet-uitkering op hebt zitten, dus pas wanneer het tweede jaar van je uitkering is begonnen. Dit betekent dus dat je na één jaar uitkering nog steeds ziek kunt zijn, terwijl je toch geen recht meer hebt op een uitkering omdat je volgens het UWV voor minder dan 35% arbeidsongeschikt bent.

Hoe door het UWV wordt vastgesteld of iemand voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is kunt u lezen in het artikel over de WIA-uitkering.

Bezwaar maken

Als u het oneens bent met een besluit van het UWV over uw recht op een Ziektewet-uitkering, dan kunt u daartegen bezwaar maken. Denk daarbij aan een besluit waarin u weer hersteld bent verklaard, of een besluit waarin uw uitkering wordt ingetrokken omdat u in het tweede jaar van uw ziekte voor minder dan 35% arbeidsongeschikt wordt verklaard. Of een besluit waarin uw uitkering wordt beëindigd omdat volgens het UWV de wachttijd van twee jaar er op zit, terwijl dit volgens u nog niet het geval is.

Uiteraard kan het kantoor u hierin bijstaan. Wees wel bedacht op de verkorte bezwaartermijn van twee weken, die geldt als u bezwaar wil maken tegen een besluit waarin u gedurende het eerste jaar weer hersteld bent verklaard. Anders geldt de gewone bezwaartermijn van zes weken.

Reacties zijn gesloten.