De Wajong-uitkering

De Wajong vanaf 2015

Vanaf je jeugd ongeschikt om te werken

Soms blijkt dat iemand vanwege een ziekte of handicap eigenlijk al vanaf zijn jeugd geen reële mogelijkheden heeft om te werken. Als de kans groot is dat dit permanent is, kun je onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor een Wajong-uitkering van het UWV.

Op je 18e jaar een langdurige ziekte of handicap

Als je op de dag waarop je 18 jaar wordt vanwege een ziekte of handicap geen reële mogelijkheden hebt om te werken, terwijl de kans bovendien groot is dat dit ook in de toekomst niet mogelijk is, kun je een Wajong-uitkering aanvragen. Wat er precies bedoeld wordt met de voorwaarde dat je vanwege een ziekte of handicap geen reële mogelijkheden hebt om te werken kun je hierna lezen in het gedeelte met het opschrift ‘Geen mogelijkheden hebben tot arbeidsparticipatie’.

Wel moet je op de dag waarop je 18 jaar wordt in Nederland wonen. Als je pas ná deze dag in Nederland bent komen wonen, geldt als extra voorwaarde dat je daarvoor in een ander land binnen de Europese Unie woonde, of dat je daarvoor in IJsland, Liechtenstein, Noorwegen of Zwitserland woonde.

Na je 18e jaar een langdurige ziekte of handicap

Als je ná de dag waarop je 18 jaar bent geworden vanwege een ziekte of handicap alsnog geen reële mogelijkheden hebt om te werken, terwijl de kans bovendien groot is dat dit ook in de toekomst niet mogelijk is, kun je vanaf dat moment toch nog recht hebben op een Wajong-uitkering, waarbij opnieuw de voorwaarde geldt dat je op dat moment in Nederland woont. De wet stelt daarbij wel als extra eis dat je in het jaar direct daaraan voorafgaand gedurende ten minste zes maanden studeerde.

Volgens de wet is er sprake van studeren wanneer je studiefinanciering ontvangt op grond van de Wet studiefinanciering, of wanneer je als scholier in het voortgezet onderwijs of als vavo-student van de overheid een financiële tegemoetkoming ontvangt.

Maar ook als je niet aan deze voorwaarde voldoet, is er toch sprake van studeren als je in verband met onderwijs of een beroepsopleiding lessen of stages volgt, maar dan alleen als de tijd die gemoeid is met deze lessen of stages per drie maanden 213 uur of meer is, en alleen zolang als je nog geen 30 jaar bent geworden.

Verslechtering na afwijzing Wajong

Als je verzoek om een Wajong-uitkering is afgewezen omdat je volgens het UWV ondanks beperkingen als gevolg van ziekte of handicap toch nog reële mogelijkheden zou hebben om te werken, maar dit vanwege een toename van dezelfde beperkingen binnen vijf jaar daarna niet meer het geval is, terwijl de kans bovendien groot is dat dit ook in de toekomst niet mogelijk is, heb je toch nog recht op een Wajong-uitkering.

Gedurende 10 jaar nog steeds geen reële mogelijkheden om te werken

Als je volgens het UWV weliswaar geen reële mogelijkheden hebt om te werken, maar je toch geen Wajong-uitkering hebt gekregen omdat er volgens het UWV een kans is dat je deze mogelijkheden om te kunnen werken in de toekomst nog wel zou kunnen hebben, terwijl na 10 jaar blijkt dat je al die tijd nog steeds geen reële mogelijkheden hebt gehad om te werken, heb je alsnog recht op een uitkering.

Geen mogelijkheden hebben tot arbeidsparticipatie

Om voor een Wajong-uitkering in aanmerking te komen mag je dus geen reële mogelijkheden hebben om te werken. Volgens de definitie van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) is hiervan sprake als je geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebt.

Volgens de wet heb je geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie als je :

  • a. geen taak kunt uitvoeren in een arbeidsorganisatie, en/of
  • b. niet over basale werknemersvaardigheden beschikt, en/of
  • c. niet aaneengesloten kunt werken gedurende ten minste een periode van een uur, en/of
  • d. niet ten minste vier uur per dag belastbaar bent, tenzij je ten minste twee uur per dag belastbaar bent en in staat bent per uur ten minste een bedrag te verdienen dat gelijk is aan het minimumloon per uur.

Als volgens het UWV dus minimaal één van deze vier situaties van toepassing is, heb je volgens de wet dus al geen mogelijkheden meer tot arbeidsparticipatie. De verzekeringsarts van het UWV bepaalt, al dan niet samen met de arbeidsdeskundige van het UWV, of iemand wel of geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft.

Duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie

Om voor een Wajong-uitkering in aanmerking te kunnen komen moet het ontbreken van mogelijkheden tot arbeidsparticipatie bovendien ook nog eens ‘duurzaam’ te zijn. Dit betekent dat je deze mogelijkheden tot arbeidsparticipatie ook voor de toekomst niet kunt ontwikkelen. Ook nu is het de verzekeringsarts van het UWV die, al dan niet samen met de arbeidsdeskundige, bepaalt of je ook aan deze voorwaarde voldoet.

De ingangsdatum van de uitkering

Ook al voldoe je aan alle wettelijke vereisten om in aanmerking te komen voor een Wajong-uitkering, toch bestaat er pas recht op deze uitkering vanaf de datum waarop je deze uitkering hebt aangevraagd. Het is daarom dus belangrijk dat je de uitkering aanvraagt zodra je denkt hiervoor in aanmerking te komen.

De hoogte van de uitkering

De hoogte van de uitkering bedraagt 75% van het minimumloon. Ben je 18, 19 of 20 jaar, dan bedraagt de uitkering 75% van het minimumjeugdloon. Heb je naast deze uitkering toch inkomsten uit werk, dan wordt 75% van deze inkomsten op je uitkering in mindering gebracht.

Pas als je deze inkomsten gedurende vijf jaar achtereen hebt gehad, terwijl je na die vijf jaar minimaal 75% van het minimumloon verdient, wordt je uitkering beëindigd.

De Wajong 2015

Iedereen die sinds 1 januari 2015 voor het eerste een Wajong-uitkering aanvraagt wordt beoordeeld volgens de regeling van de ‘Wajong 2015’. De vereisten waar iemand aan moet voldoen om voor deze regeling in aanmerking te komen zijn veel strenger dan die van de beide voorgaande regelingen : die van de ‘oude Wajong’ en die van de ‘Wajong 2010’. De oude Wajong gold voor iedereen die een Wajong-uitkering had aangevraagd vóór 2010, terwijl de Wajong 2010 gold voor iedereen die deze uitkering in de periode van 1 januari 2010 tot 1 januari 2015 had aangevraagd. Beide regelingen bestaan nog steeds, maar deze zijn samen met de nieuwe regeling van de Wajong 2015 gezamenlijk in de eerder genoemde Wet arbeidsongeschiktheids-voorziening jonggehandicapten (Wajong) opgenomen. Deze wet bevat dus alle drie de regelingen.

De voorgaande informatie over de Wajong-uitkering heeft betrekking op de regeling uit de Wajong 2015. Mocht u nog onder één van de beide oude regelingen vallen, dan kunt u hierover meer vinden op de website van het UWV.

Bezwaar maken

Als u het oneens bent met een besluit van het UWV over uw recht op een Wajong-uitkering, dan kunt u daartegen bezwaar maken. Denk daarbij aan een besluit waarin uw verzoek om een uitkering is afgewezen, dan wel waarin uw uitkering is beëindigd. Of aan de situatie waarin u het niet eens bent met de ingangsdatum van de uitkering, bijvoorbeeld omdat u vindt dat er sprake is van een bijzonder geval. Ook kunt u natuurlijk bezwaar maken tegen de hoogte van de uitkering.

Uiteraard kan het kantoor u hierin bijstaan, waarbij het niet uitmaakt onder welke Wajong-regeling u valt. Dus ook wanneer u onder één van de beide oudere regelingen valt, kan het kantoor de bezwaarprocedure voor u voeren. Let daarbij wel op de bezwaartermijn van zes weken.

Reacties zijn gesloten.