Beroepsprocedure

De beroepsprocedure bij de Rechtbank

Het is natuurlijk altijd mogelijk dat de gemeente of het UWV uw bezwaar afwijst. Wanneer u het daar dan niet mee eens bent, heeft u de mogelijkheid om tegen dit nieuwe afwijzende besluit beroep in te stellen bij de Rechtbank, afdeling Sector Bestuursrecht. Net als de bezwaartermijn geldt hier een beroepstermijn van 6 weken, te rekenen vanaf de verzenddatum van dit nieuwe afwijzende besluit. Ook nu is het mogelijk om pro forma beroep in te stellen, dus nog zonder de beroepsgronden. U krijgt daarna nog 4 weken extra de tijd om de beroepsgronden alsnog in te dienen.

hier staat een foto van de Rechtbank Midden-Nederland
Rechtbank Midden-Nederland

Voor het voeren van deze beroepsprocedure brengt de Rechtbank u zogenaamd griffierecht in rekening. Dit griffierecht bedraagt € 50. Net als bij de eigen bijdrage is het bij sommige gemeenten mogelijk hiervoor onder bepaalde voorwaarden bijzondere bijstand te krijgen.

Na indiening van het beroepschrift ontvangt u van de Rechtbank het dossier. Dit dossier bevat behalve de stukken uit het bezwaar-dossier ook de nieuwe stukken, waaronder een verslag van de hoorzitting in bezwaar en het nieuwe afwijzende besluit.

Meestal zal de gemeente of het UWV in reactie op uw beroepschrift bij de Rechtbank een verweerschrift indienen, waarin wordt aangegeven waarom men van oordeel is dat het beroep zou moeten worden afgewezen.

Wanneer de rechter uw zaak voldoende heeft kunnen voorbereiden, zult u voor een hoorzitting worden uitgenodigd. Tijdens deze hoorzitting wordt u in de gelegenheid gesteld uw beroep nader toe te lichten. Dit is geen plicht maar een recht waar u ook vanaf kunt zien, hoewel de Rechtbank in de schriftelijke ontvangstbevestiging vaak standaard heeft opgenomen het in het algemeen wel op prijs te stellen dat u op de hoorzitting aanwezig bent. Wanneer u dus bijvoorbeeld van oordeel bent dat uw beroepschrift voldoende duidelijk is, kunt u er voor kiezen om niet naar de hoorzitting te komen. Het wordt dan wel op prijs gesteld indien u dit dan vooraf aan de Rechtbank laat weten.
De Rechtbank Midden-Nederland, waar u meestal mee te maken krijgt, zit aan het Vrouwe Justitiaplein, vlak bij het Belastinggebouw, en grenst aan de achterkant aan de Catharijnesingel. De ingang is makkelijk te vinden dankzij het opvallende beeldhouwwerk, zie de foto hierboven.

Na afloop van de hoorzitting sluit de rechter het onderzoek in uw zaak af, tenzij de rechter oordeelt dat het onderzoek desondanks onvolledig is geweest, waarna het onderzoek zal kunnen worden voortgezet. Het streven van de Rechtbank is dat er na afsluiting van het onderzoek na 6 weken uitspraak zal worden gedaan. Als deze 6 weken niet worden gehaald zal de rechter de datum voor het doen van de uitspraak steeds met 6 weken kunnen verlengen, net zolang totdat de uitspraak is gedaan. Voor de duur van de gehele procedure dient u al met al rekening te houden met een periode van enkele maanden tot meer dan een jaar.

De hoger beroepsprocedure bij de Centrale Raad van Beroep

Voor zover de rechter uw beroep mocht hebben afgewezen, staat u nog de weg van hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep open. Net als de beroepstermijn bij de Rechtbank geldt ook hier een beroepstermijn van 6 weken, te rekenen vanaf de verzenddatum van de afwijzende uitspraak van de Rechtbank. Ook nu is het mogelijk om pro forma hoger beroep in te stellen, dus nog zonder de beroepsgronden. U krijgt daarna nog 4 weken extra de tijd om de beroepsgronden alsnog in te dienen, welke termijn nog eenmalig met 4 weken kan worden verlengd.

Ook nu wordt er voor het voeren van deze beroepsprocedure griffierecht in rekening gebracht. Dit griffierecht bedraagt € 136. Ook nu weer is het bij sommige gemeenten mogelijk hiervoor onder bepaalde voorwaarden bijzondere bijstand te krijgen.

Ook nu zal de gemeente of het UWV in reactie op uw beroepschrift meestal een verweerschrift indienen, waarin wordt aangegeven waarom men van oordeel is dat het hoger beroep zou moeten worden afgewezen.

Wanneer de Raad uw zaak voldoende heeft kunnen voorbereiden, zult u voor een hoorzitting worden uitgenodigd. Tijdens deze hoorzitting wordt u in de gelegenheid gesteld het hoger beroep nader toe te lichten. Dit is geen plicht maar een recht waar u ook nu vanaf kunt zien, bijvoorbeeld wanneer u dus van oordeel bent dat uw beroepschrift voldoende duidelijk is. Het wordt dan wel op prijs gesteld indien u dit dan vooraf aan de Raad laat weten. In tegenstelling tot de Rechtbank, waar in het algemeen één rechter de zaak doet, is het in hoger beroep mogelijk dat de Raad niet uit één rechter maar uit drie rechters bestaat. Meestal heeft dit te maken met de ingewikkeldheid van de zaak.
De Centrale Raad van Beroep zit in hetzelfde gebouw als de Rechtbank. Aangezien deze Raad in het algemeen de hoogste rechter is als het om uitkerings- en wmo-zaken gaat, is het niet mogelijk om tegen een eventuele afwijzende uitspraak van de Raad nog verder in hoger beroep te gaan.

Reacties zijn gesloten.