Bijstand

bijstandDe bijstandsuitkering

De bijstandsuitkering wordt door de gemeente verstrekt. In het algemeen heeft iedereen zonder inkomen recht op een bijstandsuitkering. Maar ook als u wel een inkomen heeft, maar dat inkomen is lager dan de voor u geldende bijstandsnorm, dan heeft u vaak recht op een bijstandsuitkering. Alleen betreft het dan wel een zogenaamde aanvullende bijstandsuitkering.

De belangrijkste uitzondering hier op betreft de situatie waarin iemand een uitkering heeft op grond van de Ziektewet (ZW), de Werkloosheidswet (WW), de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), of recht heeft op loondoorbetaling bij ziekte door de werkgever. In dat geval kan er, wanneer deze uitkering lager is dan de voor u geldende bijstandsnorm, recht bestaan op een zogenaamde toeslag op grond van de Toeslagenwet (Tw), verstrekt door het UWV, in plaats van recht op een aanvullende bijstandsuitkering van de gemeente.

Participatiewetparticipatiewet

Tot 1 januari 2015 was de bijstandsuitkering geregeld in de Wet Werk en Bijstand (WWB). Per 1 januari 2015 is deze uitkering geregeld in de nieuwe Participatiewet (PW). Hoewel veel bepalingen in deze nieuwe wet gelijk zijn gebleven, zijn er ook een aantal zaken veranderd.

Kostendelersnorm

Zo is bijvoorbeeld de kostendelersnorm ingevoerd. Dit heeft tot gevolg dat als u een woning met meer volwassenen deelt, dat uw uitkering wordt verlaagd. Als volwassene geldt iemand die 21 jaar of ouder is. Hoe meer personen bij u in huis wonen, hoe lager uw uitkering wordt. De gedachte van de overheid is dat als er meer personen in een huis wonen, dat zij een aantal woonkosten kunnen delen, zodat ze minder uitkering nodig hebben dan iemand die dus helemaal alleen in huis woont. Als u getrouwd bent of samenwoont zult u hier alleen niets van merken, aangezien er bij een gehuwden uitkering altijd al rekening werd gehouden met het delen van de woonkosten.

Maar niet alle volwassenen tellen mee voor de kostendelersnorm, zoals bijvoorbeeld de student die een studie volgt en daarbij recht heeft op studiefinanciering, en de leerling die een beroepsbegeleidende leerweg (BBL) in het Middelbaar Beroepsonderwijs volgt. Maar ook wanneer u een kamer verhuurt of een kostganger in huis heeft, telt deze persoon niet mee, maar dan moet er wel een reële huurprijs of kostgangersgeld worden betaald. Ook omgekeerd telt deze uitzondering, dus wanneer u bij iemand een kamer huurt of kostgeld betaalt telt de verhuurder of de degene die kost en inwoning verleent niet mee.

Alleenstaande ouder

Een andere belangrijke verandering betreft de uitkering van de alleenstaande ouder. Tot 1 januari 2015 was deze hoger dan die van een alleenstaande zonder kinderen. Per 1 januari 2015 is de uitkering van de alleenstaande ouder verlaagd naar die van de alleenstaande zonder kinderen. Ter compensatie van dit inkomens verlies is het kindgebonden budget verhoogd. Voor sommige alleenstaande ouders is deze verandering pas per 1 januari 2016 in gegaan.

Individuele inkomenstoeslag

Tot 1 januari 2015 was het mogelijk een langdurigheidstoeslag aan te vragen, ook voor mensen zonder bijstandsuitkering. Dit was een eenmalig bedrag per jaar waar u onder bepaalde voorwaarden aanspraak op kon maken. Sinds 1 januari 2015 is deze langdurigheidstoeslag komen te vervallen, en vervangen door de individuele inkomenstoeslag. Er is echter wel een klein verschil. Anders dan bij de langdurigheidstoeslag moet u bij de individuele inkomenstoeslag laten zien dat u de afgelopen periode geprobeerd heeft om een hoger inkomen te krijgen.

Uiteraard zijn er nog meer verschillen tussen de oude en de nieuwe bijstandswet. Als er voor u wat is veranderd en u bent het er niet mee eens, en u overweegt daarom bezwaar te maken, dan kunt u hier natuurlijk altijd vrijblijvend contact over opnemen. Zie daarvoor de contactgegevens aan de rechterzijde van deze pagina.

Reacties zijn gesloten.